|
|
Op 29 februari 1944 wordt A. Reinders, Heidenhoek, een van de hoofdpersonen van de Zelhemse illegale beweging, gearresteerd. Hij was behulpzaam bij het verstrekken van valse persoonsbewijzen, het plaatsen van onderduikers en het verspreiden van illegale kranten. Op 22 april 1944 is hij vrij gelaten en was daarmee door het oog van de naald gekropen omdat hij tijdens deze periode het niet ontdekte illegale blad Trouw wist te verbergen. Op 23 maart 1944, om 11.45 uur stortte een viermotorige B-17 van het 305 BG USAAF in de nabijheid van de kom van Zelhem aan de Bielemansdijk te pletter. De restanten vlogen onmiddellijk in de brand. Nog dezelfde dag werd bij Halle een Amerikaanse piloot gearresteerd. Op 1 mei 1944 werd bij G. Klein Wassink in de Obbinkheide, bij Halle, werd “Oom Tom” gearresteerd. Simon Goedé uit Landsmeer was de organisator van de landelijke verzetsbeweging in de Achterhoek. Opmerkelijk was dat bij de arrestatie van Oom Tom een tweede onderduiker bij Klein Wassink werd gevonden die geheel ongemoeid werd gelaten.
Op 13 juni 1944 kwam een Lancaster van de Royal Air Forche,
166 Sqn. RAF, terecht in de weide
van boerderij Wanninkhage in de Wassinkbrink, het totaal vernielde vliegtuig brandde als een fakkel. Op enige afstand van het wrak werden de lijken van twee piloten aangetroffen, wie niet verbrand waren. Bij het wrak werden de resten van de
vijf andere bemanningsleden gevonden. De omgekomen
bemanningsleden zijn: K.J. Moses, oud 20 jaar, J.E. Bawtree, oud 27 jaar, H.W. Davies, oud 34
jaar, J.H. Stopp, oud 28 jaar, W.G. Grant, oud 23 jaar, H.A.B. Brown,
oud 27 jaar, L.T. Hunt, oud 22 jaar. Sabotage bij de stamkaarten uitreiking: Op 23 juni 1944 werden door de S.D. burgemeester J.
Rijpstra, de gemeentesecretaris L.K. Wieringa, de distributie ambtenaar W. Middeldorp, de ambtenaar J. de Korte en H.J. van der Meulen
uit Doetinchem als verdachten van de sabotage gearresteerd. De overige ambtenaren, op een enkele uitzondering na, achtten het beter om maar te verdwijnen. De ambtenares mej. Smit zag vooraf nog wel kans om enkele belangrijke boeken en documenten in veiligheid te brengen. In augustus 1944 een grote groep Duitse militairen op hun terugtocht komen in Zelhem aan.
Het betrof vaak legereenheden die hier voor die tijd nog niet gezien waren en het geheel begon er ook behoorlijk gehavend en wanordelijk uit te zien. Op 29 augustus 1944 werden de heren H.J. en H.W. Ellenkamp gearresteerd, zij werden op 3 september 1944 weer vrij gelaten. Begin september 1944 arriveerden er grote groepen van de Waffen-SS. Zij behoorden tot de tiende SS-Pantzerdivision Frundsberg, die het in Normandië en op hun terugtocht door België en Nederland zwaar te verduren had gehad. Ze waaierden uit over de Achterhoek om hier tot rust te komen en weer op gevechtssterkte te worden gebracht. Grote eenheden gemechaniseerde artillerie werden verdeeld over Halle-Nijman, hun tanks en andere voertuigen werden onder meer verdeeld over de bossen in de Kruisberg, Slangenburg, het Zand en de Kappenbulten. In september 1944 werd de bevolking opgeroepen om te graven in de Liemers. Tevens de oproep dat als niet de gevraagde aantal arbeiders te plaatse bracht, er een aantal personen in gijzeling zou worden gezet. In november werd dit spelletje nogmaals herhaald, omdat er te weinig spitters op het werk verschenen. Het aantal razzia’s in die tijd was enorm. Opmerkelijk was dat de Duitsers goed geïnformeerd waren waar onderduikers verbleven. In de woning van Dr. Meyering uit Halle werden een aantal Joden gearresteerd en op transport gesteld naar Duitsland. Hiervoor is Dr. Meyering vastgezet in een Duits concentratiekamp, wat hij overleefd heeft. In september 1944 is in een weide aan de Bielemansdijk een Brits Jachtvliegtuig neergestort, de vlieger wist te ontkomen.
Op 23 september 1944, om circa 22.30 uur, stortte een Engelse Lancaster neer bij de
Gasthuisplaats van Toonk aan de Hummeloseweg. De Lancaster neemt deel aan een raid van de Royal Air Force op Munster en het Dortmund-Emskanaal. Het toestel stort vrijwel verticaal neer en is aanvankelijk nog redelijk in tact, maar na vijf minuten komt de luchtmijn aan boord tot ontploffing, waarna er van vliegtuig en bemanning zo goed als niets overblijft. De explosie slaat een geweldige krater van 18 bij 23 meter en 6 meter diep. Het zand ruist verscheidene kilometers verder bij de boerderij van Oosterink (Ruurloseweg 31).
Boerderij Toonk werd vernield, terwijl de boerderijen
Winkels,
Poppink en die van Lamers meer of minder grote schade opliepen.
Van boerderij Poppink werd de voorkant getroffen, waarbij een Duitser,
die achter de voordeurstond, gedood werd.
Ongeborgen Britse vliegers in Zelhemse bodem? Op 23 september 1944 keerde een Britse bommenwerper niet terug van een vlucht naar Duitsland. Pas veertig jaar later kregen de nabestaanden te horen dat de bemanning was omgekomen toen hun vliegtuig boven Nederland in de Waal was gestort. In werkelijkheid ligt het vliegtuigwrak met daar in de stoffelijke overschotten van de zes vliegers vrijwel zeker nog steeds in Zelhemse bodem.
------------------------------------------------- Klik hier om het hele artikel te lezen
Op 23 september 1944, om ongeveer 23.30 uur
stort in de Slangenburg, dichtbij boerderij De Rozegaar, een Engelse
bommenwerper neer. De bommenwerper van het type Lancaster, vloog onder
nummer ML 212 en behoorde tot het 50 ste. squadron van de R.A.F. Alleen
sergeant G. Kelly overleefde de crash, de rest van de bemanning werd op
26 september 1944 begraven op het kerkhof van Zelhem. Lancaster LM212 van 50 Squadron was op 23 september om 19.08 opgestegen van de RAF-vliegbasis Skellingthorpe in Lincolnshire. Met 135 andere Lancasters en vijf toestellen van het type Mosquito had het de opdracht de dijken van het Dortmund-Emskanaal ten noorden van Münster te bombarderen. Dit is gelukt. Aan beide zijden van het kanaal werden de dijken doorbroken, en het kanaal stroomde over een lengte van bijna tien kilometer leeg. De RAF verloor bij deze missie echter veertien Lancasters, waaronder Lancaster LM212. Op de terugweg werd deze bommenwerper onder vuur genomen door Hauptmann Heinz Wolfgang Schnaufer van de 4e Gruppe van Nachtjagdgeschwader 1, een van de meest ervaren nachtjagerpiloten van de Luftwaffe. Als gevolg hiervan stortte de Lancaster omstreeks 23.30 neer in de Slangenburg, op een veld aan de Slangeburgseweg en de Halseweg, dichtbij boerderij De Rozegaar. Lancaster LM212 was de laatste van vier bommenwerpers die Schnaufer die avond neerschoot. De bemanning heeft geprobeerd zich per parachute in veiligheid te brengen, maar dat is, zoals hierboven reeds vermeld, slechts één man gelukt, boordschutter sergeant George Kelly. De andere boordschutter, sergeant G.A. Keens, heeft het vliegtuig wel kunnen verlaten, maar zijn parachute weigerde en hij is te pletter gevallen op een varkenshok. De overige inzittenden hebben geen kans meer gezien het vliegtuig te verlaten. Hun lichamen werden in het wrak gevonden. Behalve Keens kwamen om het leven de piloot, flying officer J.E. Sweetman, en de sergeants E.G. Gully, E.G. Hobbs, A. Johnstone en W.R. Wilcox. De Duitsers hebben enkele buurtbewoners aangewezen die de stoffelijke overschotten op een platte wagen naar algemene begraafplaats in Zelhem moesten brengen. Kort na het neerstorten van
Lancaster LM212 heeft een buurtbewoner een foto van de bemanning in of
bij het wrak gevonden. Op de achterkant stonden met potlood de namen
geschreven. De foto is hier afgebeeld.
In de eerste week van oktober 1944 vond in Zelhem een massa-arrestatie plaats, welke goed voorbereid leek te zijn. Zoals gewoonlijk begon de arrestatie golf in de holst van de nacht. De arrestanten werden, zoveel mogelijk, afzonderlijk in het gemeentehuis opgesloten. Ook
het gehele Zelhemse politiekorps werd gevangen gehouden. Omstreeks 11.00 uur kwam nog een
vrachtauto vol met arrestanten aan uit Halle. Terwijl de gearresteerden werden gevangen gehouden, vond bij hun thuis een huiszoeking plaats. De Duitsers bleken niet in staat te zijn
om ook maar één enkel bewijs tegen hen te vinden. Na uren wachten werden ze dan ook weer vrij gelaten. De eerste groep gijzelaars De tweede groep gijzelaars
De derde groep gijzelaars Op 18 februari 1945 bereikt Zelhem het bericht dat burgemeester J. Rijpstra, op 9 december 1944 in een Duits concentratiekamp is bezweken. De heer W. Middeldorp is op 16 december 1944 ook in een concentratiekamp overleden. Van H.J. van der Meulen is sinds zijn arrestatie niets meer vernomen. Wieringa en de Korte hebben de ontberingen in het concentratiekamp doorstaan en zijn enige maanden na de bevrijding in Zelhem teruggekeerd. |
Een formatie bommenwerpers op weg naar Duitsland, het grote vliegtuig is een B17 |